woensdag 12 juni 2013

Het verschil tussen een doula en een kraamverzorgende

Mijn bijdrage aan ons leuke doula-blog is deze keer een heel praktisch schrijfsel. Regelmatig kom ik vragen of opmerkingen tegen van kraamverzorgenden die zich afvragen of wij niet “in elkaars vaarwater zitten”.  Ik denk dat dat zeker niet zo is, vandaar dit stuk over “het verschil”.

Sinds 2006 bestaat in Nederland het beroep “doula”. Vanaf dat moment werd er vaak een vergelijking gemaakt met het werk van de kraamverzorgende. De kraamverzorgende helpt de verloskundige tijdens het laatste stuk van de bevalling. Zij verleent partusassistentie en daarna verzorgt zij de moeder en de baby in de kraamperiode. Een doula komt al tijdens de zwangerschap in beeld. Door de voorbereiding en de gesprekken die de aanstaande ouders tijdens de zwangerschap met de doula hebben, wordt een vertrouwensband opgebouwd. De zwangere gaat met zoveel meer vertrouwen in haar eigen kunnen de bevalling tegemoet, wat een grote waarde heeft.

Het blijkt steeds vaker dat er een diepe behoefte bestaat bij de barende vrouw om gebruik te kunnen maken van professionele continue ondersteuning, met alle positieve gevolgen die daarbij horen. Aan die behoefte geeft de doula gehoor. De laatste tijd gaan er steeds meer geluiden op dat kraamverzorgenden eerder in de ontsluitingsfase opgeroepen kunnen worden en dat zij extra getraind zijn om aanvullende taken te verrichten (al is er tot nu toe geen vaste afspraak dat een zwangere een beroep kan doen op deze extra ondersteuning). De rol van de doula is echter heel verschillend van die van de kraamverzorgende. 

De doula heeft uitgebreid gesproken met de ouders over de verwachtingen ten aanzien van de bevalling, hun wensen, ideeën, angsten en onzekerheden, zodat ze goed weet waar ze op moet letten tijdens de bevalling. De rol van de voorbereiding van de doula en het ontstaan van vertrouwen over en weer is zo belangrijk. Daarnaast is een doula goed opgeleid in het positief bevorderen van een natuurlijke bevalling. Ook na de kraamperiode blijft de doula vaak nog in contact met de ouders. 

Een kraamverzorgende komt als vreemde de bevalsituatie binnen en schat vanuit haar ervaring de situatie op dat moment in. Als een bevalling zich van thuis naar het ziekenhuis verplaatst, om wat voor reden dan ook, gaat over het algemeen de kraamverzorgster niet mee omdat het ziekenhuis de eigen kraamverpleegkundigen heeft. Als doula ga je altijd met de ouders mee, thuis, in het ziekenhuis en bij de eventuele overdracht aan de gynaecoloog. Ik vind het ook van grote waarde dat ik als doula de zwangere vrouw ken, weet hoe zij reageert en hoe zij is als zij niet aan het baren is. Ook de partner is voor mij zeker geen vreemde en ik weet hoe de ouders onderling op elkaar reageren.

Nog een punt van verschil: een doula zit niet vast aan een maximaal aantal te werken uren. Zij bepaalt haar eigen werktijd en geeft de garantie dat zij ook bij een langdurige bevalling constant aanwezig blijft. Zij is de persoon die de vrouw en haar partner zelf hebben uitgekozen, waarmee ze vertrouwd zijn geraakt en die hen op geen enkel moment in de steek zal laten. Juist deze continuïteit van aanwezigheid en aandacht geeft een veiliger gevoel tijdens de bevalling waardoor er o.a. minder complicaties optreden en minder vraag naar pijnstilling is.

Tijdens de persfase, als er volledige ontsluiting is, zal de kraamverzorgende de verloskundige assisteren. Ze zal al haar verzoeken inwilligen, haar dingen aangeven, spullen pakken voor haar, dingen klaarzetten en heen en weer lopen om hand- en span diensten te verrichten. De kraamverzorgende is goed ingespeeld op wat de verloskundige nodig heeft.  Zij kan daarbij niet haar constante aandacht aan de barende vrouw geven. Een doula blijft echter altijd aanwezig met aandacht en ondersteuning bij de vrouw en haar partner. Zij is goed ingespeeld op de beide ouders. Een doula is niet als eerste verantwoordelijk voor de hulp aan de verloskundige. Ondanks dat het lijkt alsof deze twee taken logisch in elkaar overlopen is er toch een groot verschil en een bepaalde tegenstrijdigheid. Toen ik zelf als doula bij een bevalling aanwezig was waarbij de kraamverzorgster er nog niet was tijdens de geboorte van de baby, voelde ik hoe ik in een spagaat terecht kwam. Natuurlijk help je de verloskundige dan, maar je focus is echt de moeder en haar partner en dat gaat op zo'n moment niet. Het voelt zowel voor de doula als voor de barende vrouw als een doorbreking van de doulataken. De kraamverzorgster werd dus echt door mij gemist! 

Zijn we niet allemaal bij elkaar om de geboorte een zo goed mogelijke ervaring te laten zijn voor de moeder en haar partner? Te helpen bij een goede, bekrachtigende geboorte ervaring, zodat zij ook als moeder op haar eigen kracht vertrouwt? Wij zorgen allemaal voor die oeroude en o zo belangrijke “circle of support” tijdens het moment van de geboorte van zowel een kind als een moeder. En daar heeft “iemands vaarwater” verder weinig mee te maken.  

“Birth is not only about making babies. Birth is about making mothers – strong, competent, capable mothers who trust themselves and know their inner strength.”  (Quote Barbara Katz Rothman)

Lieve groet, Marlies Phielix