In het begin van het jaar 2000 raakte ik in verwachting van
mijn tweede kind. We waren heel blij dat het gelukt was, want ik was al halverwege
de 30 en dan is het niet meer zo vanzelfsprekend om vlot zwanger te kunnen
raken. De eerste drie maanden gingen voorbij met het laten bezinken van het
goede nieuws en het ons instellen op de komst van ons kindje.
Maar over de zomer raakte ik gespannen. Mijn eerste
bevalling was geen fijne ervaring geweest (een stuitligging die uitliep op een
ongeplande keizersnede) en ik begon me bezorgd te maken dat zoiets weer zou
gebeuren. Ik legde mijn angst voor aan de verloskundige en die sprak wat vage
gerustellende woorden waar ik niet veel mee opschoot. Wat ook niet hielp was
dat ik het hele verhaal daarna nog twee keer moest vertellen aan haar
collega's. Mijn man probeerde me te steunen, maar kon me ook geen zekerheid
geven.
Een zwangerschap kan heel fijn en bijzonder zijn: de
veranderingen in je lichaam, het contact met je groeiende kindje... Maar als je
opziet tegen de bevalling, zou je soms wel willen dat je terug kon: nee, laat
maar, het hoeft niet meer, ik heb me bedacht! Maar dat kan dus niet. Dan voelt
de zwangerschap als een nauwe tunnel waar je doorheen moet of je wil of niet.
En hoewel je weet dat ontspanning tijdens de zwangerschap juist zo belangrijk
is, en dat je stress moet zien te vermijden, lukt het volgens mij niemand die angstig is om op bevel te ontspannen.
Paniekerig surfte ik over het internet en vond een
veelbelovend boek bij Amazon.com: The Thinking Woman's Guide to a Better Birth
was de titel, van Henci Goer. 'Thinking', dat sloeg wel op mij, ik deed dag en
nacht niets anders! En een 'better birth', dat klonk me als muziek in de oren.
Het boek had een kritische toon, duidelijk anders dan de toch wat
'rozewolkerige' boeken uit de bieb. Dat sprak me aan, en dat gold zeker voor
het hoofdstuk over 'professional labor support', oftewel de doula. Ik las het
ademloos en was meteen overtuigd: dat was was ik nodig had.
De doula was op dat moment in Nederland nog volkomen
onbekend. Hoe moest ik er dan een vinden? Ik pakte de Gouden Gids erbij en
belde met diverse kraamzorgbureau's. Een keer of vier kreeg ik een reactie als:
"Ja, ik begrijp wat u bedoelt, maar dat bieden wij niet aan. Succes
verder!". Maar de vijfde keer was het raak: een hulpvaardige telefoniste
dacht net even wat verder en ze kende misschien wel iemand die kon doen wat ik
vroeg.
Zo vonden we Karla, ze kwam bij ons kennismaken en ik voelde
me meteen op mijn gemak met haar. Ze had tientallen jaren ervaring als
kraamverzorgende en wist dus veel van de bevalling af. Verder was ze een sterke
vrouw maar toch heel zorgzaam. Ze dronk graag kruidenthee, net als ik. Mijn
angst viel van me af, en hoewel ik het nog steeds spannend vond, durfde ik de
bevalling wel aan met Karla aan onze zij. Vanaf dat moment kon ik weer genieten
van mijn zwangerschap. Mijn man was ook blij met Karla, hij kon zien hoe ik
opknapte en vond het zelf ook fijn om te weten dat we er straks niet alleen
voor zouden staan. We zagen Karla pas weer terug bij de bevalling (waarover ik
later misschien nog wel eens zal schrijven) maar het gaf al steun om te weten
dat we haar konden bellen zodra de bevalling zich aankondigde. En zo hielp onze
doula ons door de zwangerschap heen.