Sinds 2006 bestaat in Nederland het beroep “doula”. Vanaf
dat moment werd er vaak een vergelijking gemaakt met het werk van de
kraamverzorgende. De kraamverzorgende helpt de verloskundige tijdens het
laatste stuk van de bevalling. Zij verleent partusassistentie en daarna
verzorgt zij de moeder en de baby in de kraamperiode. Een doula komt al tijdens de zwangerschap in
beeld. Door de voorbereiding en de gesprekken die de aanstaande ouders tijdens
de zwangerschap met de doula hebben, wordt een vertrouwensband opgebouwd. De
zwangere gaat met zoveel meer vertrouwen in haar eigen kunnen de bevalling
tegemoet, wat een grote waarde heeft.
Het blijkt steeds vaker dat er een diepe behoefte bestaat
bij de barende vrouw om gebruik te kunnen maken van professionele continue ondersteuning,
met alle positieve gevolgen die daarbij horen. Aan die behoefte geeft de doula
gehoor. De laatste tijd gaan er steeds meer geluiden op dat kraamverzorgenden
eerder in de ontsluitingsfase opgeroepen kunnen worden en dat zij extra getraind
zijn om aanvullende taken te verrichten (al is er tot nu toe geen vaste afspraak dat
een zwangere een beroep kan doen op deze extra ondersteuning). De rol van de
doula is echter heel verschillend van die van de kraamverzorgende.
De doula heeft uitgebreid gesproken met de ouders over de
verwachtingen ten aanzien van de bevalling, hun wensen, ideeën, angsten en
onzekerheden, zodat ze goed weet waar ze op moet letten tijdens de bevalling. De
rol van de voorbereiding van de doula en het ontstaan van vertrouwen over en
weer is zo belangrijk. Daarnaast is een doula goed opgeleid in het positief
bevorderen van een natuurlijke bevalling. Ook na de kraamperiode blijft de
doula vaak nog in contact met de ouders.
Een kraamverzorgende komt als vreemde de bevalsituatie
binnen en schat vanuit haar ervaring de situatie op dat moment in. Als een
bevalling zich van thuis naar het ziekenhuis verplaatst, om wat voor reden dan
ook, gaat over het algemeen de kraamverzorgster niet mee omdat het ziekenhuis
de eigen kraamverpleegkundigen heeft. Als doula ga je altijd met de ouders mee,
thuis, in het ziekenhuis en bij de eventuele overdracht aan de gynaecoloog. Ik
vind het ook van grote waarde dat ik als doula de zwangere vrouw ken, weet hoe
zij reageert en hoe zij is als zij niet aan het baren is. Ook de partner is
voor mij zeker geen vreemde en ik weet hoe de ouders onderling op elkaar
reageren.
Nog een punt van verschil: een doula zit niet vast aan een maximaal aantal te
werken uren. Zij bepaalt haar eigen werktijd en geeft de garantie dat zij ook
bij een langdurige bevalling constant aanwezig blijft. Zij is de persoon die de
vrouw en haar partner zelf hebben uitgekozen, waarmee ze vertrouwd zijn geraakt
en die hen op geen enkel moment in de steek zal laten. Juist deze continuïteit
van aanwezigheid en aandacht geeft een veiliger gevoel tijdens de bevalling
waardoor er o.a. minder complicaties optreden en minder vraag naar pijnstilling
is.
Tijdens de persfase, als er volledige ontsluiting is, zal de
kraamverzorgende de verloskundige assisteren. Ze zal al haar verzoeken
inwilligen, haar dingen aangeven, spullen pakken voor haar, dingen klaarzetten
en heen en weer lopen om hand- en span diensten te verrichten. De
kraamverzorgende is goed ingespeeld op wat de verloskundige nodig heeft. Zij kan daarbij niet haar constante aandacht
aan de barende vrouw geven. Een doula blijft echter altijd aanwezig met
aandacht en ondersteuning bij de vrouw en haar partner. Zij is goed ingespeeld
op de beide ouders. Een doula is niet
als eerste verantwoordelijk voor de hulp aan de verloskundige. Ondanks dat het
lijkt alsof deze twee taken logisch in elkaar overlopen is er toch een groot
verschil en een bepaalde tegenstrijdigheid. Toen ik zelf als doula bij een bevalling aanwezig was waarbij de kraamverzorgster
er nog niet was tijdens de geboorte van de baby, voelde ik hoe ik in een
spagaat terecht kwam. Natuurlijk help je de verloskundige dan, maar je focus is
echt de moeder en haar partner en dat gaat op zo'n moment niet. Het voelt zowel
voor de doula als voor de barende vrouw als een doorbreking van de doulataken. De kraamverzorgster werd dus echt door mij gemist!
Zijn we niet allemaal bij elkaar om de geboorte een zo goed
mogelijke ervaring te laten zijn voor de moeder en haar partner? Te helpen bij
een goede, bekrachtigende geboorte ervaring, zodat zij ook als moeder op haar
eigen kracht vertrouwt? Wij zorgen allemaal voor die oeroude en o zo
belangrijke “circle of support” tijdens het moment van de geboorte van zowel
een kind als een moeder. En daar heeft “iemands vaarwater” verder weinig mee te
maken.
“Birth is not only about making babies. Birth
is about making mothers – strong, competent, capable mothers who trust
themselves and know their inner strength.” (Quote Barbara
Katz Rothman)
Lieve groet, Marlies Phielix